Verfilming van de gelijknamige beeldroman over een geheime liefde en een geheime obsessie in een archetypische Hollandse buitenwijk.
Zomer, 1974. Het is de dag na de verloren wereldkampioensfinale tussen Duitsland en Nederland. Het is stil op straat en de stad heeft een flinke kater. Jonas loopt Daan tegen het lijf en hoewel het geen vrienden zijn, trekken ze op deze warme zomerdag samen op. Ze zijn allebei namelijk op zoek naar hun klasgenoot Karsten, ieder met een eigen reden. Ondertussen hangt de vermissing van Catootje als een donkere wolk boven de jongens. Deze nieuwe film van schrijver en cineast Guido van Driel (‘Bloody Marie’) is gebaseerd op zijn eigen jeugdherinneringen en de graphic novel die hij er eerder over maakte. De verdwijning van een meisje uit zijn klas en de traumatische voetbalnederlaag verwerkt hij in zijn meest persoonlijk film tot nu toe. Een kleurrijke tijd verbeeld in oogstrelend zwart wit.
De pers over Toen we van de Duitsers verloren:
Filmkrant: 'Een intieme, fraai gestileerde film.'
Trouw: 'Fantastisch gespeeld door de jonge acteurs.'
Volkskrant: 'Een dromerige sfeer die wordt versterkt door het camerawerk. De rijtjeshuizen ogen ineens ontroerend mooi.'
NRC: 'Het scenario vindt de perfecte balans tussen mysterie en alledaagsheid.'
Cinema.nl: 'Fraai, in stemmig zwart-wit.'
Telegraaf: 'Nieuwkomers Kylian de Pagter en Rein Hoeke vullen elkaar ontwapenend fijn aan.'
Nederlands Dagblad: 'Een enorm knap getroffen weemoedige ondertoon.'